BIJ HET INGAAN VAN HET NIEUWE JAAR
“Welzalig hij, die de God van Jacob tot zijn hulp heeft”.
Psalm 146: 5
Bij het begin van het nieuwe jaar mogen we zeggen: 2024 is een jaar Anno Domini, een jaar van onze Here. Hij staat boven de tijd en in de tijd. Hij geeft ons de overgang van oud naar nieuw, van 2023 naar 2024. Op nieuwjaarsdag en ook nog wel de dagen daarna, spreken wij allerlei goede woorden. Allereerst naar onze dierbaren met wie we leven, onze familieleden en vrienden, de buren, mensen in de straat, in de kerk en in het dorp. In mijn jeugd in Katwijk werd ons geleerd dat je op nieuwjaarsdag tegen ieder die je die dag tegenkomt kunt zeggen: “De beste wensen!” Drie woorden waar alles in zit. Het is misschien niet de meest persoonlijke en ook niet de meest gevoelige wens, maar duidelijk is die wel. Als christen kun je die woorden ook met hoofdletters noteren. Dat je elkaar het beste van God toewenst. Hij is de Bron van ons bestaan en Hij leidt ons leven. Betere leiding is er niet op aarde. Er zijn ook mensen die zeggen: “Veel heil en zegen voor het nieuwe jaar.” Dat zijn mooie en dure woorden die kostbaar zijn. Het woordje “heil” heeft te maken met heelheid en heling. Het heeft te maken met de naam van onze Jezus Christus. Hij is immers de Heiland, die heel maakt. Daar is de warmte van het evangelie in opgesloten. Dat God Zijn eniggeboren Zoon aan de wereld gegeven heeft. Om deze kapotte wereld, die op zoveel manieren gebroken is, te redden van de ondergang en bij te staan in alles wat ons overkomt en wat we meemaken. Het tweede woord “zegen” is de nabijheid van God. Dat Hij er voor je is. Ga met God en Hij zal met je zijn. Je staat er niet alleen voor. Zodat je als kind van God in moeilijke tijden mag weten: “eenzaam, maar niet alleen”. De meest voorkomende wens is denk ik: ”Gelukkig nieuwjaar!” Wat kun je elkaar beter toewensen, dan dat je gelukkig bent?! Het is maar een enkel woord, maar het is veelomvattend en zo’n wens doet je goed. In de bijbel kom je dit woord “gelukkig” ook tegen. In de oudere vertalingen wordt het weergegeven als “welzalig”. Dat is dus het tegenovergestelde van niet-gelukkig. Er zit iets in van vrede en welzijn. Dat je je goed voelt in het leven wat je leidt. Er is nog wel een diepere laag te noemen. Welzalig heeft te maken met vrede met God. Het heeft te maken met de vergeving van onze zonden door Jezus Christus. Dat het goed zit tussen God en ons en ook persoonlijk, tussen God en mij. Psalm 146 noemt daarbij de God van Jacob. Dat is de God van de generaties. Hij blijft trouw van geslacht tot geslacht. Hij laat niet los wat Hij in ons leven begon. De God van Jacob is de God van Bethel. Huis van God. Plek waar je God ontmoet. Waar engelen omlaag en omhoog gaan. Daarbij is de Jacobsladder heel bekend. Dat er zo’n ladder om je leven staat en dat er engelen om je heen zijn. In woorden en gebaren in mensen die als een engel voor je zijn. De God van Jacob is ook de God van Pniel. Mijn leven is gespaard en mijn ziel is gered. De persoonlijke geloofservaring in je hart. Op momenten dat je op jezelf wordt teruggeworpen. In de worsteling en door de aanvechting heen. Dat je er sterker uit komt. Dat je God overhoudt. Dat het toch weer morgen wordt na een bange nacht. Dan ben je echt gelukkig, oftewel: welzalig. De oude berijming van deze Psalm tekent aan: door de nood gedreven. Dat hoeft niet perse, maar het kan wel. Juist in moeilijke tijden God vinden en God overhouden. De hulp van deze God van Jacob wensen wij elkaar toe bij de start van 2024
Ds. Dirk van Duijvenbode