We leven midden in de 40 dagen tijd. Een begrip dat in de kerk de laatste jaren steeds meer is ingeburgerd. Het getal 40 heeft in de bijbel een bijzondere betekenis en je komt het meerder malen tegen. Het belangrijkste gegeven is in dit geval, denk ik, de woestijnreis van het volk Israel. Het Godsvolk trekt aan de hand van Mozes door het onherbergzame van de woestijn. Dat is afzien. Het is heet en het lijkt uitzichtloos. Ze zijn bevrijd uit Egypte en verlost van het slavenjuk. Maar ze zijn nog niet in het beloofde land van melk en honing, Kanaan. Na de uittocht volgt de doortocht om straks de intocht te kunnen doen. Daarbij staat het getal 40 voor: een levenlang. Levensreis en leeftocht. Daarbij valt dan ook nog te bedenken dat het volk een omweg krijgt. God geeft niet altijd de kortste route. Ik denk dat we deze dingen op onszelf kunnen toepassen en in ons eigen leven plaatsen. Het getal 40 is in de bijbel ook het getal van de verzoeking in de woestijn. De Here Jezus verblijft 40 dagen in afzondering. Om dicht bij Zijn Vader en dicht bij Zichzelf te zijn. Juist dan en precies daar komt de verzoeker die Hem allerlei dingen influistert. Jezus houdt staande met een enkel houvast: er staat geschreven. Het Woord moet je laten staan. Het eerste en laatste rustpunt. Daar kun je op leunen en daar kun je op terugvallen. Dit is de achtergrond van de 40 dagen tijd. Daar is iets voor te zeggen. Wel is en blijft de vraag in hoeverre het lijden en sterven van Jezus Christus op die manier ter sprake komt en zijn plaats behoudt. Vroeger hadden we in de kerk de zeven lijdenszondagen (sommige kerken hebben die nog). In de zeven weken voor Pasen werd dan gelezen en gepreekt uit het lijdensevangelie en het kruisevangelie. Immers, het hart van het evangelie is de de verzoening en het hart van de verzoening is het kruis van onze Here Jezus Christus. Het is de roeping van de kerk om die kern te laten klinken en dat hart te laten kloppen. Zeven zondagen en 40 dagen hoeven elkaar niet te bijten of uit te sluiten. Laten we wel vasthouden dat juist in deze tijd het lijden van Christus alle aandacht vraagt. In de stille week staan we tegenwoordig uitgebreid stil bij de voorbereiding op het Paasfeest. En dat is een goede zaak. Elke dag is er een korte viering in de vorm van een vesper. Er wordt gezongen en gebeden. Er wordt gelezen en kort gemediteerd. In stilte verlaten we de kerk. We vieren in deze week ook het laatste avondmaal dat Jezus instelde als het eerste avondmaal voor zijn discipelen en vrienden en ook voor ons als zijn gemeente. Op Goede Vrijdag is er dit jaar aandacht voor de bekende koralen uit de Mattheus Passion van J.S. Bach. Zeg maar het eenvoudigste uit de Passion, gezongen door een projectkoor en vergezeld met samenzang. Een mooie manier om het lijden van Christus uit te beelden en te eindigen bij het kruis van Golgotha. Om de rust te zoeken op stille zaterdag als voorspel op de eerste paasdag. Aan Pasen gaat heel wat vooraf. Het is goed om daar bij stil te staan. Met elkaar en persoonlijk. De vergeving wordt verworven door het kruis. Het leven wordt verkregen door de dood heen. We bidden dat de Geest van God in en door onze gemeente werkt in deze weken. Zodat Pasen nog diepere betekenis krijgt en onze vreugde over de opgestane Heer wordt vergroot!
Ds. Dirk van Duijvenbode